Sociale Bijdragen

Sociale Bijdragen

Sociale bijdragen in hoofd- of bijberoep

 

Ben je nu zelfstandige in hoofdberoep of bijberoep?

Het hangt af van je situatie want je kiest niet zomaar of je aansluit als zelfstandige in hoofdberoep of in bijberoep.

Een halftijdse job is een job volgens minstens de helft van een voltijds uurrooster. Is voltijds volgens jouw arbeidsovereenkomst 38 uur, dan moet je minstens 19 uur werken om een halftijdse job te hebben.

Belangrijk om te weten: start je een kwartaal in hoofdberoep? Dan betaal je voor dat volledige kwartaal sociale bijdragen als zelfstandige in hoofdberoep, zelfs al ben je maar één dag in hoofdberoep aangesloten.

Aansluiten in hoofberoep:

  • Je sociale bijdragen verzekeren jou van pensioen, groeipakket, tussenkomst bij medische kosten en alle andere rechten die je geniet
  • Je bouwt zelf je sociale bescherming op. Daarom betaal je altijd minstens de minimumbijdrage per kwartaal, ongeacht je inkomen.
  • Je kan zorgen voor extra bescherming: een aanvullend pensioenkapitaal opbouwen, een vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid.

Aansluiten in bijberoep:

  • Je hebt sociale bescherming via je hoofdberoep als loontrekkende of ambtenaar. Je betaalt hierdoor minder sociale bijdragen
  • Ligt je inkomen als zelfstandige in bijberoep onder 1.881,76 euro: dan betaal je geen sociale bijdragen.
  • Je kan geen aanvullend pensioen opbouwen, tenzij je inkomen na 3 jaar hoger is dan 17.008,88 euro, dan betaal je evenveel sociale bijdragen als een zelfstandige in hoofdberoep en kan je extra sociale rechten opbouwen om je extra te beschermen.

Aansluiten in bijberoep of hoofdberoep is identiek. Je hebt een ondernemingsnummer en BTW-nummer nodig en je sluit je aan bij een sociaal verzekeringsfond.

 


Wijzigingen in de btw-aangiften vanaf 01 januari 2025.

Wijzigingen in de btw-aangiften vanaf 01 januari 2025.

De vernieuwde btw-ketting

 

  1. Nieuwe indienings- en betalingstermijn
    • Kwartaalaangifte

De uiterste indieningstermijn voor de periodieke btw-aangifte en de intracommunautaire opgave wordt de 25ste dag van de maand volgend op de periode waarop deze aangifte of opgave betrekking heeft. Voorheen was dat de 20ste dag.

De verschuldigde btw die voortvloeit uit een ingediende kwartaalaangifte moet vanaf 1 januari 2025 ten laatste voldaan worden op de 25ste dag van de maand volgend op de periode waarop deze aangifte betrekking heeft (voorheen de 20ste dag).

    • Maandaangifte

De indieningstermijn voor de periodieke btw-aangiften en de intracommunautaire opgave verandert niet en blijft dus op de 20ste dag van de maand volgend op de periode waarop deze aangifte of opgave betrekking heeft.

De betalingstermijn verandert niet. De verschuldigde btw die voortvloeit uit een ingediende maandaangifte moet, zoals voorheen, nog steeds ten laatste voldaan worden op de 20ste dag van de maand volgend op de periode waarop deze aangifte betrekking heeft.

 

  1. Invordering van een voorstel van vervangende aangifte

Wanneer uw periodieke btw-aangifte niet wordt ingediend voor het verstrijken van een termijn van 3 maanden volgend op het aangiftetijdvlak, maakt de FOD Financiën een voorstel van vervangende aangifte op.

Dit voorstel wordt aangetekend verstuurd en heeft uitwerking op de 3de werkdag volgend op de afgifte van die aangetekende zending aan de postbedeler.

Dit voorstel bevat minstens de volgende vermeldingen:

  1. de vermelding ‘voorstel van vervangende aangifte’
  2. het aangiftetijdvak waarvoor u geen aangifte indiende
  3. het verschuldigde bedrag aan btw dat overeenstemt met:
  4. het hoogste verschuldigde bedrag aan btw (= hoogste rooster 71) dat was opgenomen in één van de periodieke btw-aangiften met betrekking tot de 12 maanden voorafgaand aan het aangiftetijdvak van de aangifte die u niet tijdig indiende.
  5. 2.100 euro, als er geen aangifte met betrekking tot de voorafgaande 12 maanden was, of als de verschuldigde btw volgens punt a. lager is dan 2.100 euro
  6. de wettelijke grondslag waarop wij ons baseren om het bedrag van de verschuldigde belasting vast te stellen

Wanneer u binnen de termijn van een maand vanaf de datum van uitwerking van die voorstel uw periodieke btw-aangifte indient, dan wordt de procedure van voorstel van vervangende aangifte beëindigd.

 

  1. Aangepaste boetes

Vanaf 01.01.2025 worden volgende boetes aangepast:

  • de boete wegens laattijdige indiening van de periodieke btw-aangifte: de nieuwe boeter bedraagt 100 euro per maand vertraging met een maximum van 500,00 euro.
  • de boete wegens niet-indiening van de periodieke btw-aangifte:
    • 500 euro voor de 1ste overtreding
    • 1.250 euro voor de 2de overtreding
  • 2.500 euro voor de 3de overtreding
  • 5.000 euro voor elke volgende overtreding
  • de boete wegens niet-betaling verschuldigde btw die voortvloeit uit een periodieke btw-aangifte:
    • De opeisbaarheid van de belasting blijkt uit een tijdig ingediende periodieke btw-aangifte: 5 % van de verschuldigde belasting
    • De opeisbaarheid van de belasting blijkt uit een laattijdig ingediende btw-aangifte. Hieronder vallen ook de aangiften die worden ingediend na de kennisgeving van vervangende aangifte, maar vooraleer de vervangende aangifte definitief wordt: 10 % van de verschuldigde belasting
  • De opeisbaarheid van de belasting blijkt uit een definitief geworden vervangende aangifte: 15 % van de verschuldigde belasting.

 

  1. De btw provisierekening

Deze rekening vervangt de rekening-courant BTW. Het belangrijkste verschil is dat de verschuldigde bedragen en de tegoeden waarvoor om terugbetaling wordt gevraagd, er niet op worden vermeld.

 

  • Werking
    1. Welke bedragen komen er op de provisierekening?
      • De tegoeden van uw periodieke btw-aangiften waarvoor u geen terugbetaling hebt gevraagd of wanneer niet aan alle voorwaarden was voldaan om deze te verkrijgen.
      • De betalingen die u doet in afwachting van een te betalen periodieke aangifte.
    2. Wat kunt u doen met uw provisierekening?
      • Het detail van uw beschikbare provisies raadplegen.
      • Een nieuw provisiebedrag storten via een online betaling of een overschrijving.
      • De terugbetaling vragen van het geheel of een deel van uw beschikbare provisies.
      • Uw beschikbare provisies gebruiken om:
        • een schuld van een andere aard te vereffenen,
        • een voorafbetaling te doen.
    3. Al deze stappen kunt u rechtstreeks via ons platform MyMinfin uitvoeren. U kunt ook een nieuw provisiebedrag storten via een bankoverschrijving.
    4. De FOD Financiën kan van zijn kant op de volgende manieren ingrijpen op uw provisierekening:
    5. Wanneer u een periodieke aangifte indient, zullen we uw beschikbare provisies gebruiken om het verschuldigde bedrag te vereffenen, inclusief de nalatigheidsinteresten en boetes voor niet-betaling of gedeeltelijke betaling in geval van betaling na de vervaldatum.
    6. Als we vanuit de FOD Financiën zelf een vervangende aangifte opmaken, zullen we uw provisies gebruiken om deze schuld te vereffenen, inclusief de nalatigheidsinteresten.
    7. Aan het einde van elk kwartaal zullen we uw beschikbare provisies gebruiken om alle niet betwiste btw-schulden waarvoor u nog aansprakelijk bent, te vereffenen.
  • Geleidelijke uitrol

Tot 1 mei 2025 blijft uw rekening-courant toegankelijk en kunt u uw tegoeden raadplegen. Vanaf 1 mei 2025 beheert u uw tegoeden via uw provisierekening.

 

  1. BTW teruggave
    • Via periodieke btw-aangifte

Wanneer u vanaf 1 januari 2025 een kruisje zet in uw periodieke btw-aangifte om uw tegoed terug te krijgen, is het belangrijk dat u volgende zaken niet uit het oog verliest:

      • Het via uw aangifte teruggevraagd tegoed beperkt zich voortaan tot het bedrag in het rooster 72 van de periodieke btw-aangifte waarin u het tegoed aanvraagt.
      • Het tegoed kan alleen worden terugbetaald als het niet wordt gebruikt om fiscale of niet-fiscale schulden te betalen en als het niet wordt ingehouden als gevolg van een beslaglegging, een overdracht van schuldvordering of een andere inhouding opgelegd door uw schuldeisers. Vanaf 2025 bestaat er een nieuw type inhouding. Uw tegoed kan vanaf dan ook ingehouden worden wanneer u niet tijdig of niet volledig antwoordt op een vraag om inlichtingen.
      • Als het tegoed kan worden terugbetaald, gebeurt dit voor kwartaalaangevers ten laatste op het einde van de derde maand volgend op het aangiftetijdvak van de periodieke btw-aangifte. Voor maandaangevers wordt deze termijn vanaf 1 januari 2025 verkort tot de tweede maand volgend op het aangiftetijdvak van de periodieke btw-aangifte. Rekening houdend met de invoering van deze nieuwe termijn voor maandaangevers, wordt de vergunning voor maandelijkse teruggave vanaf 1 januari 2025 afgeschaft.
      • Er is enkel een teruggave mogelijk als aan volgende voorwaarden is voldaan:
        • De periodieke btw-aangifte waarin het tegoed teruggevraagd wordt, werd tijdig ingediend
        • De periodieke btw-aangiften met betrekking tot de laatste 6 maanden die voorafgaan aan het aangiftetijdvak en de aangifte die aanleiding heeft gegeven tot het tegoed zijn tijdig ingediend.
        • Het tegoed bedraagt minstens 50 euro.
        • U hebt tijdig en op de juiste manier een geldig bankrekeningnummer doorgegeven.
    • Via provisierekening
      • Wanneer u geen terugbetaling hebt aangevraagd in uw periodieke btw-aangifte of wanneer uw terugbetalingsverzoek niet voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden, wordt uw tegoed op uw provisierekening geplaatst, mits deze niet onderhevig is aan een inhouding:
        • voor maandaangevers: aan het einde van de tweede maand na de aangegeven periode
        • voor kwartaalaangevers: aan het einde van de derde maand na de aangegeven periode.
    • Voorafgaand aan deze termijnen is het tegoed uiteraard beschikbaar om de volgende aangifte te vereffenen. Het eventuele saldo wordt op de provisierekening geplaatst volgens de hierboven vermelde termijnen.
    • Zodra het tegoed beschikbaar is op uw provisierekening, kunt u de terugbetaling ervan aanvragen via MyMinfin. U kunt ook de terugbetaling aanvragen van het geheel of een deel van uw tegoeden die al op uw provisierekening staan.
    • We betalen u het aangevraagde bedrag binnen de maand na uw aanvraag terug, als het ten minste 50 euro bedraagt en onder voorbehoud van de volgende voorwaarden:
      • U hebt tijdig en op de juiste manier een geldig bankrekeningnummer doorgegeven.
      • Er blijft een saldo over na vereffening van fiscale of niet-fiscale schulden of na enige beslaglegging/overdracht door een van uw schuldeisers.

 

  1. BTW betalen

De betaling van de btw moet ten laatste op de 20ste dag van de maand volgend op de aangegeven periode worden gedaan voor maandaangevers, en op de 25ste dag voor kwartaalaangevers.

Elke betalingsachterstand leidt onmiddellijk tot nalatigheidsinteresten.

Deze vertraging zal ook resulteren in een boete voor niet-betaling of gedeeltelijke betaling. Om u te helpen deze extra kosten te vermijden, stelt de FOD Financiën de provisierekening ter beschikking, waarop u voorafbetalingen kunt doen.


Vergeet je Reprobel-aangifte niet!

Vergeet je Reprobel-aangifte niet!

Reprobel, de instantie die instaat voor de inning en herverdeling van reproductievergoedingen.

Ook dit jaar ontvingen veel ondernemers opnieuw een brief of e-mail met de vraag om voor 30 april 2025 hun aangifte in te dienen. Wat moet je hierover weten?

Reprobel is de instantie die instaat voor de inning van reproductievergoedingen. Dat zijn de vergoedingen voor het maken van – al dan niet digitale – prints en fotokopieën van auteursrechtelijk beschermde werken voor intern gebruik.

Want telkens een werknemer een foto of een tekst kopieert of van het internet plukt, zijn daarop auteursrechten verschuldigd.

De vergoeding voor deze licentie (‘bizili’ genoemd) is afhankelijk van het aantal relevante werknemers en de sector waarin u actief bent en bedraagt ten minste € 40 (exclusief 6% btw) per jaar.

Ontving je als ondernemer een brief of e-mail? Dan ben je verplicht een aangifte in te dienen. Dit kan via het digitale Reprobel-portaal. Om juridisch afgedekt te zijn, kun je een gecombineerde licentie kopen. Die omvat de reproducties van zowel digitale als afgedrukte werken.

Vooral in de groep van kleinere bedrijven en zelfstandigen nam het aantal aangiftes fors toe, met zowat 15.000 tot 62.500. Ongeveer de helft van de nieuw opgerichte ondernemingen en start-ups tekent meteen in op de gecombineerde licentie.

Reprobel heeft met meer dan 50 sectorakkoorden getekend. Bent u lid van zo’n organisatie, dan kunt u een korting op bizili krijgen. Je kan dit nakijken op: https://bizili.be/community/sector


Elektronisch factureren: stand van zaken

Elektronisch factureren: stand van zaken

Vanaf 1 januari 2026 worden gestructureerde elektronische facturen de norm voor transacties tussen Belgische ondernemingen. Wat moet u weten over e-invoicing.

Wat is elektronische facturatie of e-invoicing?

Een elektronische factuur of e-invoice is geen pdf die u via e-mail aan uw klanten stuurt. Ook al hebben die hun nut bewezen, ze bieden niet alle voordelen van e-facturen.

Een e-factuur is een factuur in het xml-bestandstype en het gestructureerde UBL-formaat. Dat klinkt technisch, maar het belangrijkste is dat dit type bestanden automatisch door de meeste boekhoudpakketten herkend en verwerkt worden met minimale manuele inbreng. En dat biedt tal van voordelen.

Wat zijn de voordelen van e-facturen?

  • Facturen maken en versturen gaat razendsnel
  • E-facturatie is 75% goedkoper dan factureren op papier
  • Elektronische facturen worden sneller betaald
  • Menselijke fouten zijn uitgesloten

In- en uitgaande facturen worden onmiddellijk na ontvangst of verzending ingeboekt, waardoor uw boekhoudkundige cijfers altijd actueel zijn. Uw boekhouding wordt dus een bruikbaar instrument om de financiële gezondheid van uw onderneming te meten.

Wat zegt de wet vandaag over e-invoicing?

EU-wetgeving De Europese Commissie maakt werk van een wetsvoorstel (ViDA) dat e-invoicing voor b2b-transacties verplicht. De timing ziet er als volgt uit:

  • Tegen 2024 morgen Europese lidstaten e-invoicing verplichten, zonder toestemming van het Europese parlement. Polen en Italië doen dit vandaag al.
  • Tegen 2028 moet e-invoicing de norm zijn binnen de EU. Daarnaast zal ook digitale rapportering van transactionele data vereist zijn.

De Belgische overheid maakt werk van de verplichte invoering van e-invoicing. Het parlement zette begin 2024 het licht op groen voor de wetgeving. Vanaf 1 januari 2026 worden gestructureerde elektronische facturen de norm in transacties tussen belastingplichtige ondernemingen. Voor de uitrol wordt gebruik gemaakt van het Europese PEPPOL-netwerk.

De verwachte impact is groot, want 60% van de facturen in België wordt vandaag verzonden via e-mail. Zo’n 25% van de facturen heeft al een gestructureerd formaat.


Verplichte formulieren voor de afbraak en de wederopbouw tegen 6% btw

Verplichte formulieren voor de afbraak en de wederopbouw tegen 6% btw

 

Om het verlaagde btw-tarief van 6% voor afbraak en wederopbouw toe te passen, moeten bepaalde voorwaarden en formaliteiten vervuld worden. U moet als aannemer een kopie ontvangen van bepaalde formulieren die uw opdrachtgever verplicht moet invullen en online moet indienen.

 

Afbraak en wederopbouw tegen 6%

Sinds 1 januari 2024 is het mogelijk om, onder bepaalde voorwaarden, een woning af te breken en opnieuw op te bouwen met het verlaagde btw-tarief van 6% en dit in heel België. Dit verlaagde tarief is alleen van toepassing op aannemingscontracten die zijn gesloten met in principe een particuliere opdrachtgever. De woning moet de enige en eigen woning van de opdrachtgever zijn en de bewoonbare oppervlakte mag niet groter zijn dan 200 m². Deze voorwaarden moeten gedurende minstens vijf jaar worden nageleefd.

De toepassing van het verlaagde tarief in geval van afbraak en wederopbouw is ook van toepassing op woningen die bestemd zijn om te worden verhuurd (sinds 01.06.2024). De oppervlakte van de woning mag maximaal 200 m² bedragen. De verhuurder moet de woning aan één of meerdere opeenvolgende huurders gedurende minstens 15 jaar verhuren? De huurders moeten er hun hoofdverblijfplaats vestigen. Ook in dit geval komen alleen aannemingscontracten in aanmerking voor de toepassing van het verlaagde tarief van 6%.

Formaliteiten

Om in aanmerking te komen voor het verlaagde btw-tarief van 6%, moet de opdrachtgever vooraf een specifiek formulier indienen via MyMinfin. Hieronder vindt u een overzicht van welk formulier wanneer gebruikt moet worden.

Welk formulier? Wie dient in? Tegen wanneer? Verplichte bijlagen
111/1 – 2024 Afbraak en wederopbouw (eigen woning) Bouwheer – particulier Voor de start van de werken Omgevingsvergunning

Aannemingscontracten

111/2 – 2024 Afbraak en wederopbouw (sociale verhuur) Bouwheer (particulier of rechtspersoon)
111/5 – 1 juni 2024 Afbraak en wederopbouw (langdurige privéverhuur) Bouwheer (particulier of rechtspersoon)

 

Bij het formulier moeten ook een aantal bijlagen worden gevoegd, zoals de omgevingsvergunning en de contracten met de aannemer. Wordt het formulier pas na de start van de werken ingediend, dan mag enkel de btw die na de indiening opeisbaar werd tegen 6% gefactureerd worden.

De opdrachtgever moet aan de aannemer een kopie van het ingediende formulier overhandigen. Met deze kopie bent u als aannemer in principe vrijgesteld van aansprakelijkheid als later zou blijken dat het verlaagde tarief van 6% onterecht werd toegepast.

De aannemer moet wel het referentienummer van het ingediende formulier op de factuur vermelden.


Terugvragen van uw btw-tegoed: wijzigingen vanaf 2025

Terugvragen van uw btw-tegoed: wijzigingen vanaf 2025

 

De Wet tot modernisering van de btw-ketting (Wet van 12.03.2023, BS 23.03.2023) zorgt er eveneens voor dat de teruggaafprocedure voor een kwartaalaangever wijzigt. Hoe zit dat nu precies?

Procedure teruggaaf van een btw-tegoed tot 31.12.2024?

Hier geldt het algemeen principe: het btw-tegoed overgedragen wordt naar het volgende aangiftetijdvak (art. 8/1, §1 KB nr. 4). Wilt u uw btw-tegoed terug, dan moet u dat uitdrukkelijk vragen aan de Btw, door in uw kwartaal-btw-aangifte het vakje ‘Aanvraag om terugbetaling’ aan te kruisen.

Welk btw-tegoed krijgt u dan terug?

Als de voorwaarden voldaan zijn, krijgt u het volledige openstaande btw-tegoed terug, dus niet enkel het tegoed zoals dat blijkt uit de ingediende aangifte, maar ook het tegoed dat nog openstaat op de btw-rekening-courant.

Welke voorwaarden moeten voldaan zijn?

Uw btw-aangifte waaruit uw btw-tegoed blijkt, moet tijdig ingediend zijn. Daarnaast moeten alle vorige btw-aangiften ook ingediend zijn op de indieningsdatum van de btw-aangifte waaruit het btw-tegoed blijkt en ten slotte moet uw tegoed als kwartaalaangever minstens €400,00 bedragen (€50,00 aan het einde van het jaar).

Wijziging 1 vanaf 2025: enkel btw-tegoed van periode zelf!

Vanaf 2025 kan uw verzoek tot terugbetaling alleen nog betrekking hebben op het btw-tegoed van de betrokken aangifte. Een cumul van eventuele vorige tegoeden zal niet meer terug betaald worden. De  gecumuleerde overschotten op uw btw-rekening-courant (die vanaf dan provisierekening wordt genoemd) moet u afzonderlijk terugvragen via het MyMinfinportaal.

Wijziging 2: een teruggave onder andere voorwaarden.

Een kwartaal-tegoed zal u maar worden terugbetaald wanneer:

(1) alle aangiften van de laatste zes maanden op tijd zijn ingediend en

(2) de teruggave minstens €50,00 bedraagt.

Zijn deze voorwaarden vervult, dan krijgt u uw btw-tegoed terug binnen een termijn van maximaal drie maanden na het aangiftetijdvak van de aangifte waarin om teruggaaf is verzocht (wet van 12.03.2023, BS 23.03.2023).


Investeringsaftrek: wijzigingen in 2025?

Investeringsaftrek: wijzigingen in 2025?

 

Als u investeert in nieuwe materiële of immateriële vaste activa die worden gebruikt voor uw bedrijfsactiviteiten in België, kunt u aanspraak maken op de investeringsaftrek. Overeenkomstig de wet van 12 mei 2024 en dit voor activa die zijn verkregen of tot stand gebracht vanaf 1 januari 2025 geldt er een nieuwe regeling inzake ‘investeringsaftrek’. Voor ‘oudere activa’ blijft de oude regelgeving van kracht.

 

De volgende regels blijven gelden in 2025:

  • de regeling blijft voorbehouden voor wie ‘winsten’ of ‘baten’ in de personenbelasting geniet en voor wie aan de vennootschapsbelasting of BNI/venn. is onderworpen.
  • de investering moet nieuw verkregen of tot stand gebracht ‘materieel vast actief’ zijn of als nieuw verkregen ‘immaterieel vast actief’ kwalificeren. Het moet aangewend worden in België voor beroepsdoeleinden. De activa moeten over minstens drie jaar af te schrijven zijn.
  • de bestaande uitsluitingen blijven bestaan (o.a. voor activa die slechts deels beroepsmatig worden aangewend of waarvan het gebruik wordt afgestaan aan een derde, tenzij die zelf de investeringsaftrek kan toepassen).
  • wanneer de belastingplichtige onvoldoende belastbare basis heeft om de investeringsaftrek volledig te gebruiken, blijft het overschot overdraagbaar naar volgende belastbare tijdperken; de basisaftrek is maar één jaar overdraagbaar;
  • een kmo kan enkel de gewone aftrek claimen als de vaste activa rechtstreeks verband houden met de huidige of toekomstige economische activiteit die werkelijk aan de dag wordt gelegd.

 

De wetgever bevestigde tot nu toe jaarlijks de percentages voor investeringsaftrek (de oude regeling dus). Voortaan geldt een vast wettelijk percentage per type investering als volgt: De drempels om als kmo aanzien te worden, zijn vanaf boekjaar 2024 verhoogd (art. 1:24, §§1-6, WVV) . Voor het laatst afgesloten boekjaar mag niet meer dan één van volgende criteria worden overschreden:

  • jaargemiddeld personeelsbestand: 50 werknemers;
  • jaaromzet exclusief btw: €11.250.000;
  • balanstotaal: €6.000.000.

 

Er zullen drie categorieën investeringsaftrek zijn. De nieuwe vaste tarieven kan de belastingplichtige wel maar op één type aftrek laten gelden. Hogere basisaftrek voor eenmanszaken en kmo’s: Het tarief van de ‘basisaftrek’ wordt verhoogd van 8% naar 10%, voor ‘digitale vaste activa’ kunt u een 20%-aftrek verkrijgen.

De verhoogde ‘groene’ thematische aftrek van 30% (niet-kmo) of 40% (kmo en natuurlijk persoon) geldt voor groene investeringen zoals:

  • investeringen in efficiënt energiegebruik en hernieuwbare energie;
  • investeringen in koolstofemissievrij vervoer;
  • milieuvriendelijke investeringen;
  • ondersteunende digitale investeringen.

De wetgever heeft wel enkele beperkingen opgelegd voor deze thematische investeringsaftrekken:

  • Geen toepassing mogelijk door ondernemingen in moeilijkheden of ondernemingen die onterecht genoten staatssteun moeten terugbetalen.
  • Enkel toepassing op vaste activa waarvoor geen regionale steun wordt gevraagd
  • Geen toepassing als de investering onredelijke schade aan het leefmilieu berokkent
  • Er kan enkel een attest worden verleend als de investering op één van de lijsten voorkomt.
  • Bestaande aftrek van O&O en octrooien wordt “technologieaftrek”

De technologieaftrek geeft een aftrek van 13,5% op wanneer de belastingplichtige investeert in ‘octrooien’ en ‘vaste activa gericht op R&D van milieuvriendelijke producten en toekomstgerichte technologieën. Bij uitzondering kan de technologieaftrek voor R&D-investeringen gespreid toegepast worden in functie van de afschrijvingen van het actief. Het aftrekpercentage is dan 20,5%.


Verdachte periode bij schenkingen gaat in Vlaanderen vanaf 01.01.2025 van drie naar vijf jaar

Verdachte periode bij schenkingen gaat in Vlaanderen vanaf 01.01.2025 van drie naar vijf jaar

 

In Vlaanderen zou de zgn. verdachte periode voor niet-geregistreerde schenkingen vanaf 1 januari 2025 van drie jaar naar vijf jaar gaan. Wat betekent dat precies voor u als u iets wilt schenken? Moet u zich nu echt haasten of niet?

 

Een schenking registreren of niet? Het mag, maar het moet niet voor zover het gaat over een een roerende schenking. Een onroerende schenking is altijd onderworpen aan (progressieve) schenkbelasting, maar voor een roerende schenking mag u zelf kiezen wat u doet. In het geval dat u registreert, betaalt u de schenkbelasting van 3% in de rechte lijn en tussen partners en 7% tussen alle anderen. Daartegenover staat dat diegene die de schenking krijgt op het moment dat u overlijdt op het geschonken goed geen erfbelasting meer moet betalen.

Gaat het om roerende goederen die u schenkt, dan bent u niet verplicht om te registreren. U kunt ook werken met een hand- of bankgift. In dat geval is er geen schenkbelasting verschuldigd als u die handgift niet laat registreren.

Wordt er geen schenkbelasting betaald, dan moet u rekening houden met een “verdachte periode”. Dit betekent dat wanneer de schenker binnen een bepaalde termijn na de schenking zou overlijden, de begiftigde toch nog erfbelasting zal moeten betalen op die schenking.

 

Wat verandert er vanaf 01.01.2025?

Nog tot en met 31.12.2024 bedraagt die termijn in het Vlaams gewest drie jaar, maar vanaf 01.01.2025 zou dat vijf jaar worden. Voor een niet-geregistreerde hand- of bankgift vanaf die datum zal u dan nog vijf jaar moeten leven opdat de begiftigde geen erfbelasting moet betalen.

Gebeurt er geen registratie op het ogenblik dat de handgift plaatsvindt, dan kan er later nog een registratie gebeuren op vrijwillige basis.. Dit kunt u doen op drie manieren:

  • online, via MyMinfin, door de schenkingsdocumenten op te laden;
  • (ii) per post, door de schenkingsdocumenten op te sturen naar het bevoegde scanningscentrum;
  • (iii) op afspraak in een kantoor Rechtszekerheid (registratiekantoor).

Voor niet-geregistreerde schenkingen tot en met 31.12.2024 blijft de verdachte periode van drie jaar gelden. Enkel voor nieuwe niet-geregistreerde schenkingen vanaf 01.01.2025 geldt de langere termijn van vijf jaar. Achteraf alsnog registreren (bv. bij ernstige ziekte van schenker) blijft mogelijk, evenals een verzekering aangaan die de erfbelasting betaalt bij een overlijden tijdens de verdachte periode.

 


Meer tijd voor uw btw-aangifte vanaf 01.01.2025

Meer tijd voor uw btw-aangifte vanaf 01.01.2025

 

De Wet tot modernisering van de btw-ketting (Wet van 12.03.2023, BS 23.03.2023) maakt dat er vanaf 2025 een aantal wijzigingen zijn voor de indiening van zowel btw-aangiften, IC-listing én de betaling van verschuldigde btw.

 

Vanaf 01.01.2025 krijgen kwartaalaangevers meer tijd om hun btw-aangiften in te dienen. Ook voor de betaling van de verschuldigde btw krijgt u 5 dagen meer tijd. Concreet: een kwartaalaangifte moet vanaf 01.01.2025 ingediend worden ten laatste op de 25ste van de maand die volgt op de betrokken aangifteperiode. Kwartaalaangevers krijgen vijf dagen meer voor hun btw-aangifte.

Als uit uw kwartaalaangifte blijkt dat u btw moet betalen, dan krijgt u ook voor de betaling die 5 dagen extra de tijd, dus tot de 25ste. Deze wijziging gaat in op 01.01.2025 wat betekent dat de nieuwe regeling al geldt voor uw btw-aangifte van laatste kwartaal 2024.

Je kan dit ook nakijken op de btw-kalender van de FOD Financiën: ( https://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-kalender ).

Let op!  Voor btw-maandaangevers blijft de 20ste de deadline en dat zowel voor de aangifte als voor de betaling van de btw.


Hogere belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen: van 6,75% naar 9%

Hogere belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen

Een vennootschap of eenmanszaak die te weinig voorafbetalingen van haar inkomstenbelastingen doet, moet rekening houden met een belastingvermeerdering. Tot boekjaar 2023 bedroeg deze vermeerdering 6,75% of 4,5%. Voor boekjaar 2024 wordt dit 9%. Een proactieve voorafbetalingsstrategie is dus geen overbodige luxe!

Belastingvermeerdering van 6,75% naar 9%

Als Belgische vennootschap kun je al vennootschapsbelasting betalen in het belastbaar tijdperk waarin je winst realiseert. Dit is het systeem van voorafbetalingen: al tijdens het lopende boekjaar (een deel van) de verschuldigde belasting betalen op winst die in dat boekjaar zal worden behaald.

Deze voorafbetalingen zijn echter geen verplichting. Toch spoort de fiscus ondernemers maximaal aan om dit toch te doen. Dit doet ze via belastingvermeerderingen. Tot boekjaar 2023 bedroeg deze vermeerdering 6,75% op de verschuldigde basisbelasting. Vanaf boekjaar 2024 wordt dit tarief opgetrokken naar 9%.

Neutraliseren van de belastingvermeerdering

Hoe vroeger u een voorafbetaling uitvoert, des te hoger de toegepaste neutralisatie is. Dit blijkt uit de volgende tabel:

Uiterlijke datum voorafbetaling Neutralisatie vermeerdering (% vorig jaar)
VA1 10 april 2024 12% (9,00%)
VA2 10 juli 2024 10% (7,50%)
VA3 10 oktober 2024 8% (6,00%)
VA4 20 december 2024 6% (4,50%)

Goed om weten: tijdens de eerste drie boekjaren vanaf hun oprichting zijn kleine vennootschappen – mits aan bepaalde voorwaarden voldaan is – vrijgesteld van deze belastingvermeerdering.

De hierboven vermelde data en tarieven gelden voor vennootschappen waarvan het boekjaar startte op 1 januari 2024. Vennootschappen met een gebroken boekjaar zullen pas later onder de nieuwe percentages vallen. Zo moet een vennootschap met einde boekjaar op 30 december de hogere percentages pas toepassen vanaf het boekjaar dat start op 31 december 2024. Het is fiscaal optimaal om een eerste voorafbetaling te doen voor 10 april 2024.

Te weinig liquide middelen om vooraf te betalen?

Beschikt uw vennootschap over te weinig liquide middelen om een voorafbetaling te maken? Dan kunt u hiervoor een lening aangaan. De te betalen interesten zijn fiscaal aftrekbaar in de vennootschapsbelasting. Dit in tegenstelling tot de vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetaling, die geen fiscaal aftrekbare kost is.